-
1 cast a spell on
iemand betoveren,iemand bekoren -
2 jeter un sort à qn.
jeter un sort à qn. -
3 sort
sort [sor]〈m.〉♦voorbeelden:le sort en est jeté • de teerling is geworpentirer au sort • lotenil y a un sort sur tout ce qu'il entreprend • er rust een vloek op alles wat hij onderneemt -
4 fangen
fangen♦voorbeelden:〈verouderd; formeel〉 gefangen setzen • insluiten, gevangen zetten4 etwas, jemand hat mich ganz gefangen • iets, iemand heeft me helemaal betoverd3 zijn evenwicht hervinden, zich herstellen 〈 ook figuurlijk〉♦voorbeelden: -
5 antun
antun♦voorbeelden:jemandem eine Wohltat antun • iemand een weldaad bewijzenjemandem, einer Sache Schaden antun • iemand, iets schade toebrengen〈 formeel〉 jemandem, sich Zwang antun • iemand, zich dwingenvon der Musik angetan sein • van de muziek verrukt, weg zijn -
6 jinx
n. brengt slecht geluk (iets, iemand), ongeluksdoener; vloek, doem--------v. onheilsbrenger; doem, vloekjinx1♦voorbeelden:there seems to be a jinx on • er schijnt geen zegen te rusten op————————jinx2♦voorbeelden:1 be jinxed • pech hebben, een ongeluksvogel zijn
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский